On the road belandde ik gister ineens in het huis van een priester. Tof! Het huis van een priester. Eén en al mysterie voor iemand zoals ik! In dit rare huis was van alles te zien. Er hing hysterisch gekleurde kunst aan de muur (is dat niet des duivels?), er stond een lamp die eruit zag als een doodskist en er was een wild wit paard met woeste manen.
Het huis was ook mega sfeervol. Er lagen zachte Perzische kleden op de grond, er stond zo’n oude boekenkast met interessante literatuur (natuurlijk! Priesters zijn belezen!). Er was een brede eettafel in the middle en in de kamer stond zo’n sigarenstoel waarin je de beste priester zo goddeloos een whiskietje zou zien nuttigen. Vanwege de Afrikaanse maskers, leeuwenkoppen en een boek van encyclopedie-formaat getiteld ‘Congo’, zag ik de man misschien zelfs wel op missie gaan in Afrika.
Ik droomde weg in die heerlijke whisky-stoel over het interessante leven van de priester-man, terwijl het lampje boven de tafel af en toe flikkerde. Toch vond ik het apart dat dit koopappartement midden in een Bijlmer-flat was. ‘In de gevaarlijkste buurt van Nederland’. Wie koopt er nu een flat in de Bijlmer? Was mijn (ja bekrompen I know…)gedachte…Oh! Droomde ik weg, hij is vast super multiculti-missionaris! Natuurlijk koopt deze man een flat in de Bijlmer. Zucht….
Tot mijn geliefde vriend Nick, inmiddels al een tijdje met mij mee filosoferend over dit bijzondere huis, ineens een compléét ander licht op de situatie mieterde. Heel droog zei die ineens: ‘volgens mij is ie gewoon gek op donkere vrouwen. Check dat schilderij dan’. Waar ik eerder een prachtig zwarte Sudanese vrouw, uitgestrekt op een bloemenbedje zag, in een ver exotisch land, had mijn vriend blijkbaar hele andere ideeën over de man en het huis waar hij al tijden woonde. Mijn droombeeld spatte dramatisch uit elkaar. …. Mannen…